de bezetting zelfst.naamw. (v.) Uitspraak: [ bəˈzɛtɪŋ ] Afbreekpatroon: be·zet·ting Verbuigingen: bezettingen (meerv.) 1) het innemen van een gebied of ruimte door een leger of actiegroep Voorbeeld: 'De Duitse bezetting duurde van 1940 tot 1945.' 2) acteurs of musici van een bepaald stuk, spelers van een sportploe...
1) Aanwezigheid van arbeidskrachten 2) Bekleding van posten 3) Belasting 4) Belegering 5) Bemanning 6) Benauwdheid 7) Cast 8) Garnizoen 9) Ingebruikneming 10) Inlijving 11) Inname 12) Inneming 13) Occupatie 14) Onderdrukking 15) Overheersing 16) Periode onder vijandelijk toezicht 17) Samenstelling van een ensemble 1) Beleg 2) Belegering 3) Benauwdheid 4) Cast 5) Garnizoen 6) Inname 7) Occupatie 8) Onderdrukking 9) Overheersing 10) Vervulling 
[Mil. Woordenboek, spelling van 1861 ``Bezetting``] eener vesting. 1o. Zij moet in vredestijd sterk genoeg zijn om de werken te bewaken, in oorlogstijd om de vesting te kunnen verdedigen, zonder daarom in gestadige dienst te zijn. Men neemt gewoonlijk aan, dat niet meer dan het derde gedeelte der B. gelijktijdig in dienst moet zij...
De soort en het aantal instrumenten en zangstemmen waarmee een muziekstuk wordt uitgevoerd.
het in beslag genomen zijn door een actiegroep of leger vb: de bezetting van Nederland duurde vijf jaar
met een leger bezet houden
de rolverdeling
(= De cast) De rolverdeling. Wie speelt wie?
1. de soort en het aantal instrumenten en zangstemmen waarmee een muziekstuk wordt uitgevoerd; 2. de spelers of dansers waarmee een toneelvoorstelling, film of choreografie wordt uitgevoerd.
toestand waarin een legermacht een gebied is binnengetrokken en dat onder bedwang houdt, in het bijzonder de Duitse bezetting van Nederland (1940-1945)
strafrecht: uit art. 78 sub 3 van de invoeringswet Militair Straf- en Tuchtrecht volgt dat in door het Nederlandse leger ...