de biceps zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: bi·ceps Verbuigingen: bicepsen (meerv.) Verbuigingen: bicepsje (verkleinwoord) 1) tweehoofdige spier 2) spier in de bovenarm van dit type, die zorgt voor de buiging van de arm bij de elleboog (de biceps brachii) 3) één van de buigspieren in het dijbeen van d... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/biceps
1) tweehoofdige spier aan de opperarm, die vooral dient voor de buiging van de onderarm 2) tweekoppige spier aan de achterkant van het bovenbeen, die deel uitmaakt van de hamstrings Gevonden op https://anw.ivdnt.org/article/biceps