
gewriemel, heen en weer geloop, krioelen (als van bijen) - Voorbeeld: ‘
De klank uit zijn (= de onderwijzer) mond ronkte over het roezemoezig bijengekrawoel der jongens’ (Duimpjesbundel) - Voorbeeld: ‘
De klank uit zijn (= de onderwijzer) mond ronkte over het roezemoezig bijenkrawoel der jongensGevonden op
https://dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0005.php
Geen exacte overeenkomst gevonden.