bijlichten werkw. Afbreekpatroon: bij·lich·ten Verbuigingen: lichtte bij Vervoegingen: bijgelicht (volt.deelw.) licht laten schijnen op de handen van iemand die ergens mee bezig is Voorbeeld: 'Zou je me even kunnen bijlichten?' . Synoniemen: lichten 3 definities... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/bijlichten
Spreekwoorden: (1914) Iemand bijlichten. Eene ironische uitdr. met de beteekenis van iemand onder handen nemen, hem ‘helpen’, op zijn plaats zetten; zie o.a. Jong. 196; Amst. 91; Krates, 29: Hij vatte Dorus bij zijn kraag met de woorden: ik zal je wel eens even bijlichten. - In de 16<sup>de<-sup> e... Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/10778