binnen het verloop van, in gedurende (VD) uitdr.: Voorbeeld: ‘binst de wijl’; (DB, Te) ondertussen, intussen - Voorbeeld: ‘Koornaert zat instemmend te knikken, maar dacht binst de wijle, hoe het hem vorderen zou’ (Dorpslucht II 316) Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0005.php