(zie ook: blijsteren, klijsteren) branden, gloeien, flikkeren, glinsteren (WNT) - Voorbeeld: ‘De zon bleistert mij reeds lange tijd in 't gelaat als ik nog immer onverdroten uit te staren zit’ Gevonden op https://dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0005.php