boerenkar zelfst.naamw. (de) Afbreekpatroon: boe·ren·kar Verbuigingen: boerenkarren (meerv.) Verbuigingen: boerenkarretje (verkleinwoord) eenvoudige tweewielige kar gebruikt op de boerderij Voorbeeld: 'De boerenkar reed getrokken door een mager paard hobbelend over het landweggetje.' . 1 definitie...
1) Agrarisch werktuig 2) Paard en wagen 3) Tweewielige kar 4) Vervoer met behulp van dieren 5) Voertuig 1) Hooiwagen 2) Landbouwwagen