taal, spraak, woorden(schat) van de boever: koeherder, paardeknecht - Voorbeeld: ‘Die boeverstaal speelde aanhoudend in Jans oren en hij wist zonder kijken; hoe Dolf daarbij aan 't leizeel snokte’ (Langs Wegen 128) Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0005.php