de bolster zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ 'bɔlstər ] Afbreekpatroon: bol·ster Verbuigingen: bolsters (meerv.) buitenste schil van een vrucht Voorbeeld: 'een kastanje in zijn bolster' ruwe bolster, blanke pit (<dit zeg je van iemand die grof en bot lijkt, maar in werkelijkheid lief en gevoelig is>) Synoniemen: bast dop schaal schil...
1) Afval 2) Bast 3) Bast van een noot 4) Bovenste veenlaag 5) Buitenlaag 6) Buitenschil 7) Buitenste bast 8) Buitenste bast van een boom 9) Buitenste bast van noten 10) Buitenste kastanjeschil 11) Buitenste schil van een kastanje 12) Dop 13) Grauwgekleurd veen 14) Grauwveen 15) Groene schil 16) Harde buitenkant 1) Bast 2) Buitenschil 3) Bulster 4) Dop 5) Kaf 6) Kap 7) Korst 8) Omhulsel 9) Palie 10) Pel 11) Peluw 12) Peul 13) Schaal 14) Schil 15) Sloester 16) Slotse 17) Zaadhuisje 
een klos naast de voorsteven van een schip, om de boegspriet op vast te leggen, zodat deze niet heen en weer kan slingeren.
Bovenste deel van een hoogveenpakket dat bruin van kleur is, vrij los is en als turfstrooisel gebruikt kan worden.
notenbast, peul; kussen (toon de herkomst via de etymologiebank)
1) buitenste schil van sommige vruchten, voornamelijk van walnoten en kastanjes 2) onderdeel van sommige motorboten, dat dient als zitplaats voor de bestuurder en bovendien een bergruimte en nog andere accessoires bevat
buitenste groene bast of schil van een noot.(hier betekent het vlies).
bast van noten e.d.
Bovenste deel van een hoogveenpakket dat bruin van kleur is, vrij los is en als turfstrooisel gebruikt kan worden.
Drentse benaming voor jongveenmosveen. Zie ook: Veensoorten; Dalgrond.
VOC - Scheepsbouw : klos naast de voorsteven om de boegspriet op vast te leggen zodat deze niet heen en weer kan slingeren.