
freq. van bonken: een hol en dof geluid maken, rommelen, hard slaan of stoten - Voorbeeld: ‘
Een vurige slang draaide rond een boom, die heel het bos in klaar vuur zette, en 't dreunde, en 't bonkelde stenen slagen rommelend als barstten er honderd duizend takken uiteen’
Gevonden op
https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0005.php
Geen exacte overeenkomst gevonden.