beer die in de bossen verblijft; iemand met woeste, ruige baard en ruig hoofdhaar, bosduivel (VD) - Voorbeeld: ‘De stammige kerels had zij nog wel zien uittiegen op jacht of ten strijde, met hun helmdeksel op en de schubbejakke, waarin zij 't uitzicht kregen van behaarde bosberen die haar als kind zoveel schrik hadden aangejaagd’ Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0005.php