de breedte zelfst.naamw. (v.) Uitspraak: [ ˈbretə ] Afbreekpatroon: breed·te Verbuigingen: breedten, breedtes (meerv.) afstand tussen de lange kanten Voorbeelden: 'lengte, breedte en hoogte' , 'de breedte van een bed' Synoniemen: afmeting baan breedheid grootte maat ruimte Spreekwoorden en zegswijzen • het moet uit de lengte of uit ... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/breedte
Let op: Spelling van 1858 (aardrijkskundige of geographische)de afstand eener plaats op de aarde van den evennachtscirkel (aequator) zuid- en noordwaarts. De breedte eener ster is haar afstand van de ecliptica Gevonden op http://www.dbnl.org/tekst/weil004kuns01_01/
1> zelden gebruikte term voor de hoek van de wind ten opzichte van de vaarrichting. 2> maataanduiding voor de afstand van een bepaalde positie tot de evenaar, gemeten in graden. Verkorting van breedtegraad. Gevonden op https://www.debinnenvaart.nl/binnenvaarttaal/index.php?woord=boo#breedte
De maat genomen van de ene zijkant van een voorwerp naar de andere. Categorie: Kenmerken en Eigenschappen > afmeting naar algemeen type. Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/10491