brutaliseren werkw. Afbreekpatroon: bru·ta·li·se·ren Verbuigingen: brutaliseerde Vervoegingen: gebrutaliseerd (volt.deelw.) met grofheid of geweld bejegenen Voorbeeld: 'Hij brutaliseerde al jaren zijn gezin.' . Synoniemen: bruuskeren 2 definities...
1) Bruuskeren 2) Onbeschoft behandelen 3) Onbeschoft bejegenen 4) Schofferen 1) Bruuskeren 2) Schofferen 
1) op een lompe, ruwe of gewelddadige manier behandelen; grof bejegenen 2) het gezag van de in het object genoemde persoon of personen niet aannemen en op een onheuse, onfatsoenlijke manier bejegenen; op een onheuse, onfatsoenlijke manier ongehoorzaam zijn aan; schofferen
woord uit 1812, uitleg bij teksten van E.J. Potgieter (1808 - 1875) op groffe wijze behandelen.