I de bruut zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ bryt ] Verbuigingen: bruten (meerv.) gewelddadige man Voorbeeld: 'De bruut liet iedereen schrikken met zijn agressief gedrag.' II bruut bijv.naamw. Uitspraak: [ bryt ] die of dat gewelddadig is Voorbeelden: 'met brute kracht' , 'bruut optreden van de politie' Synoniem: grof Synoniemen: barb... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/bruut