de bult zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ bʏlt ] Verbuigingen: bulten (meerv.) bobbel op je huid Voorbeelden: 'een bult op je hoofd door het stoten' , 'muggenbult' , 'een bult door een bijensteek' Synoniemen: : buil, bobbel je een bult schrikken (erg schrikken) Synoniemen: bobbel boch bochel bolling buil dikte heuv heuvel kneuswond kneuzing ... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/bult