bungeejumpen werkw. Afbreekpatroon: 'bun - gee - jum - pen Herkomst: «Engels Vervoegingen: bungeejumpte (verl.tijd ) Vervoegingen: gebungeejumpt (volt.deelw.) gezekerd door een elastiek dat is vastgebonden aan de voeten van grote hoogte naar beneden springen sport Voorbeeld: 'nadat hij had gebungeejumpt bungelde hij onderstebo...
1) Risicosport 2) Elastiekspringen 
met een elastiek om de enkels van een hooggelegen punt in de diepte springen, bijvoorbeeldvan een brug boven een rivier, van een speciale installatie boven het land of vanuit een helikopter of luchtballon in de lucht
van een hoog object springen aan een elastisch koord
Gezekerd door een elastiek van grote hoogte naar beneden springen
van een hoog object springen aan een elastisch koord (toon de herkomst via de etymologiebank)
Bij 'bungeejumpen', 'elastiekspringen' of 'benjispringen' springt iemand die vastgebonden is aan een elastieken koord van grote hoogte naar beneden. Bungeespringen ontstond in 1979 en werd een rage in de jaren 80.