de burengerucht zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: bu·ren·ge·rucht de hinder die buren elkaar kunnen geven Voorbeelden: 'De kantonrechter moest een beetje zuchten toen hij een zaak kreeg waarin de buren elkaar van burengerucht beschuldigden.' , 'Volgens het CBS heeft 22% van de Nederlandse bevolking wel eens last van burengerucht.' , '(.... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/burengerucht