de calvinist zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: cal·vi·nist Verbuigingen: calvinisten (meerv.) Verbuigingen: calvinistje (verkleinwoord) aanhanger van het calvinisme Voorbeeld: 'In Nederland zijn altijd veel calvinisten geweest.' . 3 definities... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/calvinist