cederen werkw. Uitspraak: [ sə'derə(n) ] Afbreekpatroon: ce·de·ren Vervoegingen: cedeerde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gecedeerd (volt.deelw.) (het recht op geld dat jij nog van iemand moet krijgen) overdragen Voorbeelden: 'een vordering cederen' , 'Je krijgt weliswaar nog veel geld van dat louche bedrijf, maar je kunt je vo... Gevonden op https://woorden.org/woord/cederen
afstaan en overdragen aan een derde partij (de cessionaris ); overleveren (aan iemand anders of aan een instantie); afstaan; overdragen Bij het cederen van een schuldvordering zijn er drie betrokken partijen: een oorspronkelijke schuldeiser ([ cedent ), een nieuwe schuldeiser ( cessionaris ) en een schuldenaar ([ gecedeerde schuldenaar of debitor c... Gevonden op https://anw.ivdnt.org/article/cederen
vermogensrecht: levering van een tegen 驮 of meer personen uit te oefenen recht, waarbij een akte en mededeling aan die ... Gevonden op https://juridischwoordenboek.nl?zoek=cederen