chalet zelfst.naamw. Uitspraak: [ ʃa'lɛ, ʃa'lɛt ] Afbreekpatroon: cha·let Verbuigingen: chalets (meerv.) 1) eenvoudig houten zomerhuis in de bergen Voorbeeld: 's zomers in een Zwitsers chalet logeren' Synoniem: berghut 2) villa in de stijl van een chalet (1) Synoniemen: hut retirade 
1) Houten pand 2) Toeristenhuisje 3) Schuilhut 4) Schuilhut in de alpen 5) Villa 6) Klein pand 7) Kleine villa 8) Retirade 9) Berghuis 10) Berghuisje 11) Berghut 12) Woning 13) Woning in Bergen 14) Alpenhut 15) Alpenhuisje 16) Hut 17) Huisvesting 18) Blokhut 19) Houten alpenhut 20) Zwitsers huis 21) Zwitsers huisje 1) Velaar 2) Zwitsers houten huis 
[Let op: Spelling en uitleg uit 1890] (Frans) het in den vorm van een Zwitserse kaas, d.i. in den vorm van een afgeplatten kegel, die van onderen breeder uitloopt.
Zwitsers houten huis
Houten huis naar Zwitsers model, vaak nagebouwd voor gebruik als vakantiehuisje. Zie ook gîte, hytte, cottage, stuga
Chalet is een vrijstaand, meestal houten gebouw.
alpenhut, houten huis (toon de herkomst via de etymologiebank)
Een chalet is een houten huis of boerderij. Chalets zijn veel in de Alpen te vinden. [basiswoordenlijst groep 5]