I de chapeau zelfst.naamw. (m.) Verbuigingen: chapeaus Verbuigingen: chapeautje 1) een pokerspel met dobbelstenen 2) een kleine kop boven de eigenlijke kop van een artikel, eventueel cursief gedrukt II chapeau tussenwerpsel een uitroep van bewondering voor een knappe prestatie Spreekwoorden en zegswijzen &bu... Gevonden op https://woorden.org/woord/chapeau
Let op: Spelling van 1858 Fr., een hoed; fig. een manspersoon, heer. Chapeau-bas, met den hoed onder den arm Gevonden op https://dbnl.org/tekst/weil004kuns01_01/
Vaste deeljes van de druif die een korst op het oppervlak van de most in de gistkuip vormen. De chapeau wordt niet meteen gevormd. Deze tweedeling in de kuip ontstaat pas na een paar dagen: de chapeau bovenin en het sap onderin. Aan het eind van de gisting wordt de chapeau geperst om perswijn te krijgen. Gevonden op https://encyclo.nl/lokaal/10943
(fr. letterlijk: hoed) Subkop bóven de eigenlijke kop/titel van een artikel, gezet in een kleiner korps dan die kop, vaak in een smaller of cursief lettertype. Gevonden op https://encyclo.nl/lokaal/11165