charteren werkw. Uitspraak: [ 'tʃɑ:rtərə(n) ] Afbreekpatroon: char·te·ren Vervoegingen: charterde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gecharterd (volt.deelw.) 1) oproepen om voor je te werken Voorbeeld: 'Het is veel werk, we moeten extra mensen charteren.' Synoniem: inzetten 2) (een boot of vliegtuig) huren om...
1) Huren 2) Hulp inroepen 3) Scheepvaartterm 4) Bevrachten 5) Een vliegtuig afhuren 6) Vliegtuig huren 7) Afhuren 
Def.: het huren en eventueel bevrachten van een schip Toelichting: Het woord is afkomstig van het Latijnse begrip carta partida.
Nederlandsche handelswoorden uit het Engels (1914): to charter, een schip huren, bevrachten.
huren
'Charteren' is het huren van een vervoermiddel inclusief bemanning, voor personen- of goederenvervoer.
schip of vliegtuig huren en eventueel bevrachten
geregeld met betalende passagiers varen. De term wordt alleen gebruikt voor de schepen uit de chartervaart .