de Christus zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ ˈkristus, ˈxristus ] Afbreekpatroon: chris·tus zoon van God, volgens het christelijk geloof Synoniem: Jezus Synoniemen: Jezus Jezus-Christus Spreekwoorden en zegswijzen • ik geloof er in als een jood in Jezus Christus (=ik geloof er maar weinig in) Naar de spreekw...
1) Vredevorst 2) Alverzoener 3) Messias 4) Middelaar 5) Kruislam 6) Kruisgod 7) Leeuw uit de stam van juda 8) Lam gods 9) Voleinder 10) Bijbelse naam 11) Jezus 12) Gezalfde 13) Godsgezant 14) Gods zoon 15) Opperheerser 16) Mensenzoon 
[bijbel] Grieks voor 'gezalfde', in het Hebreeuws: Messias. Voor christenen is Jezus de Christus of de Messias.
Let op: Spelling van 1858 eigenlijk een gezalfde. Zie Messias
Betekend in het Grieks messias. Later gebruikt als naam voor Jezus, die door christenen als de messias wordt beschouwd.
Jezus
Griekse vertaling van het Aramese woord messias*, dat ‘gezalfde’ betekent (zie Zalven*). De eerste christenen verbonden die term met Jezus. Zeer snel werd die zelfs als een soort tweede naam gebruikt.