[Let op: Spelling en uitleg uit 1890] gevangenbewaarder; van oudfr. cippier, en dit van Latijn cippus = stok, een strafwerktuig waarin men de voeten der misdadigers sloot. Alzoo was de oude betekenis van cipier = stokbewaarder. Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/beer004woor01_01/beer004woor01_01_0007.php