coaten werkw. Uitspraak: [ 'kotə(n) ] Afbreekpatroon: coa·ten Vervoegingen: coatte (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gecoat (volt.deelw.) (een oppervlak) met een laag bedekken door spuiten, sproeien, gieten of verven Voorbeelden: 'Coaten doe je om een materiaal roestvrij of chemisch resistent te maken of om een laagje aan te brengen... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/coaten
Het bedekken van een oppervlak met een laag van een bepaalde substantie, vooral een laag die erop wordt uitgesmeerd. Categorie: Procédés en Technieken > procédés en technieken voor het afdekken van oppervlakken. Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/10491