commanderen werkw. Uitspraak: [ kɔmɑnˈderə(n) ] Afbreekpatroon: com·man·de·ren Vervoegingen: commandeerde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gecommandeerd (volt.deelw.) op korte en dwingende toon opdrachten geven Synoniem: bevelen commandeer je hondje en blaf zelf (<antwoord als iemand je bevelen geeft terwijl je dat niet pa... Gevonden op https://woorden.org/woord/commanderen