de commutator zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: com·mu·ta·tor Verbuigingen: commutatoren, commutators (meerv.) 1) toestel om de richting van de elektrische stroom in een keten om te keren 2) is een onderdeel van een gelijkstroommotor die de ankerwikkelingen via koolborstels van stroom voorziet . 2 definities... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/commutator
Uit `De lagere vaktalen: Taal van post-, telegraaf- en telefoonpersoneel` 1914 hoofdcommutator, arm van een commutator.
Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/10742