concluderen werkw. Uitspraak: [ kɔŋklyˈderə(n) ] Afbreekpatroon: con·clu·de·ren Vervoegingen: concludeerde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft geconcludeerd (volt.deelw.) (iets) besluiten na onderzoek of goed nadenken Voorbeeld: 'Uit het rapport concludeer ik dat het onderzoek niets heeft opgeleverd.' Synoniemen: afleiden besluit...
1) Afleiden 2) Besluiten 3) Deduceren 4) Een gevolgtrekking maken 5) Gevolgtrekkingen maken 6) Tot een eis komen 7) Tot een slotsom komen 8) Vaststellen 1) Afleiden 2) Besluiten 3) Deduceren 4) Gevolgtrekken 5) Leren 6) Nagaan 7) Opmaken uit 8) Vaststellen 
Let op: Spelling van 1858 besluiten, beslissen. Conclusie, het besluit. Conclusum, het slot, het beslotene. Conclusum in senatu, Lat., besloten in of door den raad
besluiten (toon de herkomst via de etymologiebank)
•"(onovergankelijk)" tot een eis komen. •"(overgankelijk)" tot een besluit komen.
besluiten
1. (c) Het nemen van een conclusie in rechte door (de vertegenwoordigers van) de partijen in een burgerlijk proces. 2. (s) Het formuleren van de eis door het openbaar ministerie.
burgerlijk procesrecht: het op een vooraf bepaalde dag aan de griffier of rolrechter afgeven van bepaalde processtukken. ...