de conifeer zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ koni'fer ] Afbreekpatroon: co·ni·feer Verbuigingen: coniferen (meerv.) boom met dunne puntige bladeren die er in de herfst niet afvallen Voorbeeld: 'een tuinhaag van coniferen' Synoniem: naaldboom 2 definities... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/conifeer