controleren werkw. Uitspraak: [ kɔntroˈlerə(n) ] Afbreekpatroon: con·tro·le·ren Vervoegingen: controleerde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gecontroleerd (volt.deelw.) 1) bekijken of alles is zoals het moet zijn Voorbeelden: 'een tekst controleren op fouten' , 'De politie controleert of je niet te hard rijdt.' Synonieme...
1) Achternagaan 2) Achternazitten 3) Afturven 4) Beheersen 5) Checken 6) Examineren 7) Inspecteren 8) Keuren 9) Nachecken 10) Nagaan 11) Nakijken 12) Nalopen 13) Nameten 14) Narekenen 15) Natellen 16) Natrekken 17) Nauwkeurig bezichtigen 18) Nauwkeurig nagaan 19) Nazien 20) Repasseren 21) Schouwen 22) Toetsen 1) Checken 2) Corrigeren 3) Examineren 4) Inspecteren 5) Keuren 6) Nachecken 7) Nagaan 8) Nakijken 9) Nalopen 10) Nameten 11) Narekenen 12) Natellen 13) Natrekken 14) Nawegen 15) Nazien 16) Reviseren 17) Schouwen 18) Toetsen 19) Vergelijken 20) Verifieren 
inspecteren, beheersen (toon de herkomst via de etymologiebank)
kijken of het klopt vb: heb je gecontroleerd of het licht uit is? Synoniemen: checken nakijken nagaan inspecteren verifiëren
•inspecteren, toezichthouden, onderzoeken, nazien. •beheersen, overheersen.
inspecteren
Abstract: Bij woordenschatonderwijs: Controleren of de aangeleerde woorden met hun betekenissen ook onthouden zijn.
Het inspecteren van een procedure of procedures om te verzekeren dat die worden uitgevoerd volgens de vastgestelde principes.
Het toetsen van de werkelijkheid aan de gestelde normen.
achteraf kijken of een taak goed is uitgevoerd
Het opnemen van de stand van zaken en beoordelen of deze in overeenstemming is met de gewenste situatie.Verifieren of iets in overeenstemming is met standaarden en voorschriften.
In algemene zin het inspecteren van een procedure of procedures om te verzekeren dat die worden uitgevoerd volgens de vastgestelde principes. In de context van financiële aangelegenheden betreft het de periodieke of voortdurende beoordeling van de financiële middelen en passiva van een organisatie