Let op: Spelling van 1858 Fr., condotta, Ital., convooi, bezending, geleide, bedekking. Convoyer, een geleider; schip, dat andere schepen convoyeert. Convoyeren, begeleiden, vergezellen, met bedekking voorzien
Gevonden op
http://www.dbnl.org/tekst/weil004kuns01_01/
Geen exacte overeenkomst gevonden.