de Costa Ricaan zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ kɔstari'kan ] Afbreekpatroon: Cos·ta Ri·caan Verbuigingen: Costa Ricanen (meerv.) de Costaricaan - se zelfst.naamw. Uitspraak: [ kɔstari'kan - sə ] Afbreekpatroon: Cos·ta Ri·caan Verbuigingen: Costa Ricaansen (meerv.) iemand met de Costaricaanse nationaliteit 1 definitie... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/Costa Ricaan
de Costa Ricaan zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ kɔstari'kan ] Afbreekpatroon: Cos·ta Ri·caan Verbuigingen: Costa Ricanen (meerv.) de Costaricaan - se zelfst.naamw. Uitspraak: [ kɔstari'kan - sə ] Afbreekpatroon: Cos·ta Ri·caan Verbuigingen: Costa Ricaansen (meerv.) iemand met de Costaricaanse nationaliteit 1 definitie... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/Costa Ricaan
iemand met de Costa Ricaanse nationaliteit; iemand die behoort tot het Costa Ricaanse volk; iemand die afkomstig is uit Costa Rica; inwoner van Costa Rica Gevonden op https://anw.ivdnt.org/article/Costa%20Ricaan
iemand met de Costa Ricaanse nationaliteit; iemand die behoort tot het Costa Ricaanse volk; iemand die afkomstig is uit Costa Rica; inwoner van Costa Rica Gevonden op https://anw.ivdnt.org/article/Costa%20Ricaan