Let op: Spelling van 1858 (muz.), de zeef of grondplank, is het deksel der concellen op die windpijpen, welke men springpijpen noemt; ook de smalle strepen in het clavecin, waarin zich de zoogenaamde springers moeten bewegen, opdat zij niet van hunne rigting zouden kunnen afwijken
Gevonden op
http://www.dbnl.org/tekst/weil004kuns01_01/
Geen exacte overeenkomst gevonden.