de crisistijd zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: cri·sis·tijd Verbuigingen: crisistijden (meerv.) 1) periode waarin sprake is van een crisis 2) in het bijzonder de grote crisis die begon met de beurskrach van 1929 . 1 definitie... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/crisistijd