da·den·drang de; m onweerstaanbare neiging om handelend op te treden , drift tot handelen -onweerstaanbare neiging om handelend op te treden
de dadendrang zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ 'dadə(n)drɑŋ ] Afbreekpatroon: da·den·drang neiging om je flink in te zetten en resultaten te bereiken Voorbeelden: 'de tomeloze dadendrang van managers die willen scoren' , 'De jonge profs moeten hun dadendrang een beetje intomen en meer samenspelen.' 2 definities...
1) Drift tot handelen 2) Genegenheid tot veel activiteit 3) Geneigdheid tot veel activiteit 4) Neiging tot veel activiteit 5) Zin om iets te doen 1) Ergotropie