definitief bijv.naamw. Uitspraak: [ definiˈtif ] Afbreekpatroon: de·fi·ni·tief voor altijd Voorbeelden: 'een definitieve aanstelling op je werk' , 'Onze relatie is definitief voorbij.' Antoniemen: tijdelijk, voorlopig Synoniem: voorgoed Synoniemen: afdoend finaal onverandelijk permanent vastgesteld vaststaand voorgoed zeker tijdelijk (a...
1) Afdoend 2) Algeheel 3) Beslissend 4) Blijvend 5) Def 6) Finaal 7) Geheel 8) Onherroepelijk 9) Onverandelijk 10) Permanent 11) Stellig 12) Uiteindelijk 13) Uitgesproken 14) Vast 15) Vastgesteld 16) Vaststaan 17) Vaststaand 18) Voorgoed 19) Zeker 1) Afdoend 2) Bepaald 3) Beslissend 4) Blijvend 5) Def 6) Finaal 7) Onherroepelijk 8) Onverandelijk 9) Permanent 10) Positief 11) Stellig 12) Uiteindelijk 13) Vast 14) Vastgesteld 15) Vaststaand 16) Voorgoed 17) Zeker 
beslissend, blijvend (toon de herkomst via de etymologiebank)
•voorgoed geldig.
blijvend
blijvend
Onherroepelijk, vaststaand