de dendriet zelfst.naamw. (m.) Verbuigingen: dendrieten 1) uitloper van (het cellichaam van) een zenuwcel 2) vertakkingen op een ijskristal 
1) Kalksteenfiguur 2) Tak van een zenuwcel 3) Fijne vertakking van een zenuwcel 4) Gesteente 5) Vertakte uitloper van een zenuw 6) Uitloper van een zenuwcel 7) Zenuwuitloper 8) Vertakking van een zenuwcel 9) Zenuwuiteinde 10) Aftakking 11) Deel van een zenuw 12) Zenuwcelvertakking 13) Kristal 
(uitlopers van) zenuwvezels
minerale afzetting in de vorm van boom in gelaagd gesteente
Uitloper aan een zenuwcel, die impulsen naar het cellichaam voert.
één van de uitlopers van de zenuwcel. Het ontvangende einde van de zenuwcel. Waarna doorgegeven.
Korte uitloper van een zenuwcel.
vertakte structuur bij het cellichaam v-e neuron; ontvangt info v-d eindknoppen of andere neuronen
Korte uitloper van een zenuwstelsel (z.o. axon)..
Dendrieten kunnen in zeer grote aantallen per zenuwcel voorkomen. Zij zijn meestal kort, en sterk boomvormig vertakt. Dankzij deze vertakkingen kan een neuron impulsen uit een groot aantal eindigingen van axonen van andere cellen opnemen en geleiden naar het cellichaam.
minerale afzetting in de vorm van boom in gelaagd gesteente (toon de herkomst via de etymologiebank)
• [medisch] uitloper van (het cellichaam van) een zenuwcel.
Een dendriet is een takvormige platte kristalvorm