diagonaal bijv.naamw. Uitspraak: [ dijaxoˈnal ] Afbreekpatroon: di·a·go·naal (van lijnen) schuin lopend Voorbeeld: 'Diagonale strepen lopen niet recht, maar bijvoorbeeld van linksboven naar rechtsonder.' Synoniemen: hoeklijn overdwars 8 definities...
1) Dwars 2) Hoeklijn 3) Hoekpuntslijn 4) Meetkundige term 5) Overdwars 6) Overhoeks 7) Schaakterm 8) Schuin 9) Weefsel 10) Wollen weefsel 1) Hoeklijn 2) Hoekpuntlijn 3) Hoekpuntslijn 4) Overdwars 5) Overhoeks 6) Schuin 
Oefeningen van de rechter achterhoek naar de linker voorhoek van de zaal en vice versa. Op de diagonaal worden aaneenschakelingen van oefeningen grand pas uitgevoerd.
Let op: Spelling van 1858 de hoekpuntslijn, de lijn, welke de hoekpunten van twee hoeken eens veelhoeks vereenigt en in den tegenoverstaanden hoek getrokken wordt
in schuine richting, dwars ; hoeklijn (toon de herkomst via de etymologiebank)
•schuin lopend vanuit een hoek naar de hoek er schuin tegenover. •een rechte lijn die twee niet-opeenvolgende hoekpunten van een veelhoek verbindt. •een gekeperd weefsel met schuin lopende strepen.
hoeklijn
hoeklijn
diagonalen Ruimere term: positionele kenmerken naar oriëntatie
Lijn, die twee niet naast elkaar liggende hoeken van een veelhoek met elkaar verbindt.