de dibbes zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ 'dɪbəs ] Afbreekpatroon: dib·bes Verbuigingen: dibbesen (meerv.) <troetelnaam voor ouderen en huisdieren> informeel Voorbeeld: 'een foto van mijn oude dibbes' 
1) Genoeglijke oude heer 2) Positieve persoonsaanduiding 3) Troetelnaam 
gemoedelijke persoonsaanduiding
(Amsterdams) man, 'he, ouwe dibbes'
gemoedelijke persoonsaanduiding (toon de herkomst via de etymologiebank)