de dijkbreuk zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: dijk·breuk Verbuigingen: dijkbreuken (meerv.) Verbuigingen: dijkbreukje (verkleinwoord) het bezwijken van een waterkering, waarbij deze doorbroken wordt Voorbeeld: 'Door die onverwachte dijkbreuk liep de hele polder onder.' . 3 definities... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/dijkbreuk