
1.trillend lichten, schijnen, schitteren; wemelen Voorbeeld: ‘
Doch op de loomliggende hoeven waar de zon over de daken dingelt, is de rust maar een schijn’ Voorbeeld: ‘
Van omhoog kwam de dingelende hitte die alle dagen aangroeide’ (ibid. 143) Voorbeeld: ‘
Op zware blokken witsteen of graniet zijn prachtige versiersels aan...Gevonden op
https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0007.php
Geen exacte overeenkomst gevonden.