de doopsuiker zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: doop·sui·ker Verbuigingen: doopsuikers (meerv.) Verbuigingen: doopsuikertje (verkleinwoord) suikergoed, meestal suikerbonen, aangeboden in sommige gebieden aan vrienden en kennissen bij de geboorte van een kind of petekind . 1 definitie... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/doopsuiker