dooreenlopen, krioelen, wemelen - Voorbeeld: ‘'t Was een luide gesleep en geronk, een dooreenmierelen van aaneengekliste koppels met wijdopen snorrende rokken en scharrelende voeten’ Gevonden op https://dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0007.php