
doormaken, ondergaan, beleven, doorstaan, verduren - Voorbeeld: ‘
Treffelijke, eerzame mensen die heel hun leven gespaard en gezorgd hebben, en nu, in 't kweken der kinders de lastige jaren doorspartelen’ - Voorbeeld: ‘
Gij hebt een lange omweg gemaakt en veel doorgesparteld om te komen waar ge zijn moest’ (ibid. 545)
Gevonden op
https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0007.php
Geen exacte overeenkomst gevonden.