de driewieler zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ ˈdriwilər ] Afbreekpatroon: drie·wie·ler Verbuigingen: driewielers (meerv.) kinderfietsje met drie wielen 4 definities
1) Driewielig motorvoertuig 2) Fiets 3) Fiets die moeilijk kan omvallen 4) Fiets met drie wielen 5) Fiets voor persoon met een belemmering 6) Fietsje 7) Jongensspeelgoed 8) Kinderfietsje 9) Kindervoertuig 10) Onwankelbare fiets 11) Rijwiel 12) Transportmiddel 13) Voertuig 14) Voertuig op drie wielen 1) Fietsje 2) Kinderfietsje 3) Rijwiel 4) Trike 
Zijspancombinatie.
fietsje met één voorwiel en twee achterwielen vb: een kind kan het beste leren fietsen op een driewieler
voertuig met drie wielen
Te gebruiken voor gesloten auto's met drie wielen; gebruik 'autoscooters' voor kleinere, open auto's met drie of vier wielen die worden aangedreven door kleinere motors; gebruik 'driewielers (fietsen)' voor open voertuigen met drie wielen die een eenvoudige, lichte en open geraamteconstructie hebben en die meestal worden aangedreven door de berijde...Voertuigen op drie wielen, meestal met een lichte raamwerkconstructie, die ofwel door de berijder zelf of met een klein motortje worden aangedreven en die werden gebouwd na 1869; gebruik 'vélocipèdes' voor soortgelijke lichte, met de hand aangedreven voertuigen zonder comfort- of snelheidsverhogende kenmerken, die werden gebouwd tot ongeveer 1870...