drogen werkw. Uitspraak: [ ˈdroxə(n) ] Afbreekpatroon: dro·gen Vervoegingen: droogde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft, is gedroogd (volt.deelw.) droogmaken of droog worden Voorbeelden: 'de was drogen met een droogtrommel' , 'De was hangt buiten te drogen.' , 'Niet huilen lieverd, droog je tranen nu maar.' Synoniemen: afdrogen doen... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/drogen
Iets volledig of vrijwel volledig vrijmaken van vloeistoffen. Gebruik `dehydreren` voor het verwijderen of onttrekken van water, waarbij andere vloeistoffen kunnen achterblijven. Categorie: Procédés en Technieken > fysico-chemische procédés. Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/10491
Uit `De lagere vaktalen: De spinners-en weverstaal` 1914 dat zegt men meer bepaaldelijk van dien zijn garen met het vier droogt.
Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/10742
Na het fermentatieproces worden de cacaobonen als het kan, 5-7 dagen in de zon op een rooster, op bananenbladeren of op bamboematten gelegd om te drogen. Als het regent gebeurt dit drogen in -˜drooghuizen-™. Door het drogen wordt het vochtgehalte van de cacaobonen van 65% naar ca. 7% verlaagd. Tijdens het drogen worden de bonen af en toe gedraai... Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/11320