
duool zelfst.naamw. (de) Afbreekpatroon: du·ool Verbuigingen: duolen (meerv.) Verbuigingen: duooltje (verkleinwoord)
een tweetal muzieknoten of rusten op een plaats waar het gewone patroon, driedelig is. Voorbeeld: 'Als symbool voor de duool hanteert men twee metrische nootsymbolen met de toevoeging “2” of bijv. “2:3”.' . 1 definit...
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/duool

Een in tweeën gedeelde noot
Gevonden op
http://www.hoorn.be/muziektermen.htm
Geen exacte overeenkomst gevonden.