
1.kort, aan beide einden gepunt stokje, dat men omhoog doet vliegen door op een der einden te slaan (WNT) Voorbeeld: ‘
Stok en elje kon iedere jongen die maar over een teihaak beschikte zelf maken’ 2.uitdr.: Voorbeeld: ‘
elje slaan, eljeslaan’: met de elje spelen Kinderspel: soort van slagbalspel met drie deelnemers; twee plant...
Gevonden op
https://dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0008.php
Geen exacte overeenkomst gevonden.