emmes bijv.naamw. Verbuigingen: part=emmes waar, prettig, leuk, fijn 
1) Leuk 2) Genoeglijk 3) Prettig 4) Gezellig 5) Goed 6) Goed (volkstaal) 7) Waar 8) Behaaglijk 9) Leuk (volkstaal) 10) Inderdaad 11) Best 12) Lekker 13) Mooi 14) Echt 15) Fijn 16) Fijn (volkstaal) 
(Uit `De sociologische structuur onzer taal - De Jodentaal.`, 1914) , immes (Nhbr.): vastheid, trouw, waarheid. Uit (Ohebr.) emet. In de Amsterdamsche volkstaal: éénig, fijn, magnifiek!
fijn (toon de herkomst via de etymologiebank)