[Let op: Spelling en uitleg uit 1890] groot, forsch, sterk man; naar Deut. IX:2 en Num. XIII:28 en 33, waar sprake is van een rijzig volk, een reuzengeslacht, dat vóór de komst der Israëlieten leefde. Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/beer004woor01_01/beer004woor01_01_0009.php